Hindoeïsme

Wat is het hindoeïsme?
Hindoeïsme is een van de oudste levende godsdiensten ter wereld. Het is het geloof van mensen die Hindoes heten, en die vooral in India wonen, waar het hindoeïsme begonnen is. De godsdienst speelt een belangrijke rol in het keven van de Hindoes. Ze heeft te maken met de manier waarop de mensen daar leven, met wat ze eten en hoe ze tegen de wereld aankijken. Eigenlijk noemen de Hindoes hun godsdienst niet hindoeïsme. Dat woord is bedacht door westerse geleerden in de negentiende eeuw. Hindoes noemen hun geloof ‘sanatana dharma’ dat betekent eeuwige leer of eeuwige wet. Hindoeïsme is een levendig, kleurrijk en soepel geloof, dat op verschillende manieren kan worden vorm gegeven.

Het begin van het hindoeïsme
Hindoeïsme is een ongewone godsdienst doordat het geen stichter heeft, een geen heilig boek. Het begon ongeveer vierduizend jaar geleden in de tijd van de Indusdalbeschaving in noordwest-India. Archeologen hebben Indus-beelden gevonden die een vroegere afbeelding laten zien van de grote hindoegod Shiva.

In ongeveer 1500 voor onze jaartelling vielen mensen uit Centraal-Azië Noord-India binnen. Zij brachten hun eigen geloof mee, en hun ideeën vermengden  zich met die van de mensen uit het Indusdal. Hindoes vereren nog steeds een aantak Arische goden, zoals Agni, god van het vuur, en lezen nog steeds Arische heilige teksten, zoals de Rig Veda.

Vandaag de dag wonen de meeste hindoes in India, maar zijn er grote Hindoegemeenschappen in Nepal, het Midden-Oosten, Fiji en Mauritius. Andere Hindoes wonen en werken in delen van de wereld als Groot-Brittannië, Nederland, Noord-Amerika. Afrika, Zuidoost-Azië en het Caribisch gebied.

Het geloof van de Hindoes
Hindoeïsme is meer een manier van leven dan een aantal vaste geloofspunten. Het kan op allerlei manieren worden vorm gegeven. Sommige Hindoes bidden iedere dag, andere bijna nooit. Bidden en de tempel bezoeken zijn niet verplicht. Aan iedereen wordt overgelaten zelf te beslissen wat het beste is voor hem of haar. Maar alle Hindoes delen een aantal geloofspunten. Hindoes geloven dat bij iemands dood zijn ziel voortleeft en herboren wordt in een ander lichaam van een mens of dier. De kwaliteit van je volgende leven hangt af van de manier waarop je je in je eerdere leven hebt gedragen. Als je goed leeft, word je herboren in een hogere vorm van leven. Als je slecht hebt geleefd, word je herboren in een lagere levensvorm. Deze keten van daden en hun gevolgen wordt karma genoemd.

Het uiteindelijke doel van het leven van een Hindoe is moksha of verlossing, loskomen van de cyclus van samsara. Hoe beter iedere hergeboorte, des te dichter kom je bij moksha. Moksha wordt ook gezien als het moment waarop je individuele ziel, atman, opgaat in de opperste geest Brahman.

Het kastenstelsel
De Hindoe-maatschappij is traditionele verdeeld in vier groepen, kasten geheten. Het zijn de Brahmanen (priesters), Kshatriya’s (edelen en soldaten), Vaishya’s (kooplieden) en Sudra’s (dienaren). Buiten het kastenstelsel zijn er mensen die werk doen wat als vuil of ondergeschikt wordt gezien, zoals de straat vegen. Zij werden wel ‘onaanraakbaren’  genoemd, maar staan tegenwoordig wel bekend als de ‘geregistreerde kaste’. In het verleden werd het kastenstelsel streng toegepast, en raakten mensen van hogere en lagere kasten nooit vermengd. Tegenwoordig is het minder strikt, maar heeft het nog steeds invloed op de plaats waar mensen wonen, op wat voor baan ze hebben en met wie ze trouwen.

Voedsel en taboes
Veel Hindoes zijn vegetariër. Ze geloven in het principe van geweldloosheid of ahimsa, wat onder meer inhoudt dat ze niet mogen doden voor hun voedsel. Een karakteristieke vegetarische hindoe-maaltijd bestaat uit rijst of chapatti’s (ronde platte broden), verschillende kruidige groenteschotels, dhals (linzen), dahi (yoghurt) en zuur. Hindoes eten traditioneel met de vingers van de rechterhand. Ze beschouwen hun linkerhand als onrein.

Hindoes behandelen hun koeien als heilige dieren, en eten nooit rundvlees, ook niet als ze geen echte vegetariërs zijn.

Goden en Godinnen
De meeste Hindoes geloven in een oppergeest Brahman. Maar Hindoes bidden niet zoals de christenen tot God of moslims tot Allah bidden. In plaats daarvan vereren zij honderden goden, die verschillende kanten van Brahman laten zien. Sommige Hindoes vereren vele goden, andere weer helemaal geen goden.

De hindoe-goden worden vaak afgebeeld met vele hoofden of armen die allemaal een heilig voorwerp vasthouden. Dat zijn symbolen van hun speciale krachten en het aspect dat zij van Braham vertegenwoordigen.

De Hindoe-Drie-Eenheid
De belangrijkste drie hindoe-goden zijn Brahma (de schepper), Vishnu (de beschermer) en Shiva (de verwoester). Vishnu en Shiva zijn hele geliefde goden, veel tempels zijn aan hun toegewijd.

Brahma
Brahma, de eerste van de drie hindoe-drie-eenheid, is de schepper van het heelal. Hij wordt afgebeeld met vier hoofden die naar de vier windrichtingen kijken. Hij rijdt op zwanen of zit op een heilige lotusbloem. Zijn vrouw is de godin van kunst en onderwijs Saraswati. Brahma heeft vier handen, waarvan hij er altijd een zegenend opheft.

Vishnu
Vishnu is de beschermer van het heelal. Hij wordt vaak afgebeeld op een adelaar of slapend op een reuzenslang. Zijn vrouw is Lakshmi, de godin van de schoonheid en rijkdom.

Shiva
Shiva is de vernietiger van het kwaad in het heelal. Hij heeft een drietand als symbool van de vernietiging. Op zijn voorhoofd draagt hij het derde oog van de kennis. Shiva rijdt op een grote stier, Nandi geheten. De vrouw van Shiva is de godin Parvati.

Rama en Krishna
Rama en Krishna worden in heel India als goden vereerd. Rama is de held uit het gedicht Ramayana en vertegenwoordigt moed en deugd. Krishna is wat ondeugender en dol op het doen van wonderen. Hij is de sleutelfiguur uit de Bhagavad Gita, een onderdeel van het gedicht Mahabharata.

Heilige boeken en verhalen
De Hindoes hebben geen heilig boek zoals de Bijbel voor de christenen, maar hebben veel verschillende heilige teksten. Voordat deze werden opgeschreven, werden ze lange tijd mondeling doorgegeven. De taal die de mensen gebruikten was Sanskriet, de taal van het Arische volk. Sanskriet is de heilige taal van India, en wordt vandaag nog bestudeerd, al wordt het niet meer gesproken.

De Veda’s
De oudste heilige teksten zijn vier verzamelingen lofzangen, gebeden, regels voor rituelen en offers en spreuken: de Veda’s. Deze werden door de Ariërs ongeveer 3500 jaar geleden verzameld. Het oudst en bekendst is de Rig Veda. Het is nog steeds een belangrijk heilig boek van de Hindoes. Het bevat meer dan duizend lofzangen over de oude goden en godinnen.

Feesten
Er zijn in de loop van het jaar honderden hindoe-feesten die zowel in India als door Hindoes buiten India gevierd worden. Sommige feesten zijn landelijk, andere worden alleen maar in een bepaald dorp gevierd. De vieringen kunnen bestaan uit het houden van puja, het dragen van nieuwe kleren, het eten van speciaal voedsel, zingen, dansen, dansen en het bezoeken van bekenden.

Holi
Het kleurrijke Holi-feest markeert het eind van de winter. Op de avond voor Holi worden brandstapels gebouwd om poppen van de heks Holika te verbranden. De legende vertelt dat Holika haar neef probeerde te doden omdat die Vishnu vereerde, maar zelf gedood werd. Op de dag van Holi zelf trekkende mensen oude kleren aan, en overgieten elkaar met gekleurd poeder en water. Het is heel leuk, maar een enorme kliederboel. ’s Avonds bezoeken mensen hun familie, en geven lekkernijen cadeau. Holi is ook een bijzonder feest voor boeren. Zij vieren de eerste lente-oogst.

Divali
Divali is het lichtjesfeest, en de viering duurt vijf dagen. Mensen versieren hun huizen en tempels met kleine lichtjes, die diva’s heten. De lichtjes zijn bedoeld als wegwijzers voor de held Rama naar Ayodhya na zijn overwinning op Ravana. Er is een hoop vuurwerk in iedere stad en dorp. Divali is ook gewijd aan Lakshmi, de godin van rijkdom, en geeft het begin van het hindoe-nieuwjaar aan.

Dussehra
Het Dussehra-feest duurt tien dagen. Op sommige plaatsen heet het Ram Lila. Er worden toneelstukken opgevoerd over het leven van Rama, en worden grote poppen van Ravana verbrand. Op andere plaatsen heet het feest Durga Puja, en wordt de overwinning van Durga op de stiergeest Mahishasura ermee gevierd.

Het hindoe-jaar
De religieuze hindoe-kalender telt twaalf maanden, gebaseerd op de stand van de maan. Iedere maand loopt van volle maan tot volle maan, en wordt verdeeld in een lichte helft en een donkere helft. In het dagelijks leven gebruiken de Hindoes dezelfde kalender als iedereen.

Familiefeesten
Het gezin en de familie zijn heel belangrijk voor Hindoes. In India wonen verschillende generaties van een familie samen in een huis, en zorgen voor elkaar. Voor Hindoes die in het buitenland wonen, blijven familiebanden en familievieringen heel belangrijk. Er zijn veel bijzondere vieringen in het leven van een hindoe. Het zijn gewoonlijk momenten waarop de hele familie bij elkaar komt.

Geboorte
Wanneer er een baby geboren is, voltrekt een priester  een speciale gelegenheid, waarbij hij bidt om gezondheid en welzijn voor de moeder en het kind. Tien dagen na de geboorte krijgt een baby tijdens de plechtigheid zijn naam, en wordt de horoscoop van het kind nagetrokken; die laat de stand van de sterren en planeten zien ten tijde van de geboorte.

De heilige draad
Voor jongens uit de drie hoogste kasten vindt de belangrijkste plechtigheid in hun jeugd plaats tussen hun negende en elfde jaar. Dan krijgen zij van de priesters hun heilige draad.

Die moeten zij heel hun leven over hun linker schouder en onder hun rechter arm dragen. Het is een teken van een nieuwe fase in hun leven, waarin zij meer te weten komen over hun godsdienst en meer verantwoordelijkheid gaan dragen.

Dood en crematie
Wanneer Hindoes gestorven zijn, wordt hun lichaam verbrand. In India wordt het lichaam op een stapel sandelhouten blokken gelegd, die aangestoken wordt door de oudste zoon of oudste man in de familie. In andere landen vindt de plechtigheid in een crematorium plaats. Ze wordt gevolgd door twaalf dagen vol rituelen voor de ziel van de overledene. Zo mogelijk wordt de as van de overledene in het water van de rivier de Ganges gestrooid.

Huwelijk
Veel hindoe-huwelijken worden geregeld door de ouders van de bruid en bruidegom. Het huwelijk zelf duurt een paar dagen, met veel rituelen en plechtigheden. Het huwelijk kan overal plaatsvinden: bij de bruid thuis of in speciaal gehuurde feestzaal. De bruid draagt speciale sieraden en een rode zijden sari. Ze zit met de bruidegom voor een heilig vuur terwijl de priester gebeden opzegt en voedsel offert aan de goden. Dan lopen bruid en bruidegom zeven keer om het vuur heen om hun huwelijk te symboliseren. Na de huwelijksplechtigheid gaat de bruid bij haar man en zijn familie wonen. Voor haar huwelijk worden de handen en voeten van de bruid versierd met rode mehndi-patronen. De bladeren van de mehndi of henna-plant worden gemalen en tot een papje gemengd waarmee de bruid beschilderd wordt. Na een paar uur wordt de gedroogde pasta afgewassen, waarbij het patroon achterblijft.

Meer weten?
Voor meer informatie kunt u altijd bellen, e-mailen of langskomen bij ons. Voor de contactgegevens klik hier.